In de 18e eeuw was het vuur van de Heksenwaan gaan liggen. De Verlichting maakte komaf met bijgeloof. De wetenschap bood rationele verklaringen voor ziektes en andere mysteries. Wie zichzelf heks, tovenaar of weerwolf noemde werd behandeld als geesteszieke en niet langer als misdadiger. Maar in sommige streken bleef de heksenjacht hardnekkig duren. De allerlaatste executie wegens hekserij was die van Anna Göldi, in 1782 in Zwitserland onthoofd.
Bij ons bleef “magie” vooral binnen de kerk als een serieus misdrijf gelden. In juli 1728 worden drie Lierenaars aangehouden voor toverij. Ze zouden hun zwarte kunsten hebben bedreven op Hagenbroek. Joseph Olivier en Christoffel Haver werden opgesloten in Brussel. Arnoldus Vinck, de derde verdachte, was een priester. Hem wachtte vervolging door de kerkelijke overheid. Vinck werd op deze plek vastgezet in het toenmalige klooster van de Cellebroeders.
Pastoor Vinck werd op 22 oktober veroordeeld tot vijf jaar in de kerker. Hij zou kruisbeelden en wijwater misbruikt hebben voor zijn goddeloze praktijken. Vier nachten lang had hij met zijn kompanen op een vals altaar gebeden uit een verboden boek. Dat hij terwijl ook aan de miswijn zat en ’s morgens dronken de mis opdroeg deed hem de das om. Nu wachtte hem vijf lange jaren op water en brood.
Tweehonderd jaar later schreef Felix Timmermans “En waar de ster bleef stille staan”. Pitje Vogel trekt daarin op zoek naar ‘de afgezette pastoor’ ergens buiten Lier om er zijn ziel aan de duivel te verkopen. Een verwijzing naar pastoor Vinck op Hagenbroek?
We gaan terug in de tijd en zoeken sporen van de Spaanse periode in Lier. Laat je meenemen in door de Spaanse geschiedenis in de stad Lier!
De Scandinavië-toer volgt het spoor van koningen en Vikings in Lier. Scan de QR-codes onderweg en ontdek het verleden van deze noordelijke bezoekers.